Risicothema 6: Fiets en e-bike

Fietsers en e-bikes zijn een risico in de gemeente Maastricht vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met deels ook een beperkte inrichting van de fietsroutes.

Het inwonersaantal van de gemeente Maastricht is groeiende, en groeit door tot 2035 (CBS, 2019). Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat zou betekenen dat het aantal fietsers in de gemeente Maastricht toeneemt. Daarentegen benoemt het NMCA (2017) dat het aantal verplaatsingen per fiets in Limburg in de periode tot 2040 afneemt. De NMCA staat echter los van stimuleringen. De gemeente Maastricht heeft in haar beleid opgenomen de komende jaren te investeren in het stimuleren van de fiets, wat het aannemelijk maakt dat i.c.m. de bevolkingsgroei het aantal fietsers zal groeien.

Het is vanuit de Duurzaam Veilig principes wenselijk dat er een vrijliggend fietspad ligt langs 50 km/u wegen. Van de 47 in de vormtoets gescoorde 50 km/u wegen (niet alle 50 km/u wegen) in de gemeente Maastricht beschikken er slechts 4 over een vrijliggend fietspad. De wegen waar een vrijliggend fietspad ontbreekt zijn:

  • Nijverheidsweg

  • Bovenstraat

  • Middenstraat

  • Adelbert van Scharnlaan

  • Appiushof

  • Hazendanslaan

  • Geneinde

  • Pasestraat

  • Ruyterstraat

  • Ambyerstraat Zuid

  • Demertstraat

  • Langendaal

  • Beeldsnijdersdreef

  • Dr Schaepmanstraat

  • Drenckgaard

  • Aramislaan

  • Sibemaweg

  • Severenstraat

  • Planetenhof

  • Demertdwarsstraat

  • Bergerstraat

  • Malbergsingel

  • Papyrussingel

  • Cannerweg

  • Médoclaan

  • Scharnerweg

  • Gentelaan

  • Franciscus Romanusweg

  • Ruttensingel

  • Heerderweg

  • Wethouder van Caldenborghlaan

  • Czaar Peterstraat

  • Herculeshof

  • Bieslanderweg

  • Terra nigrastraat

  • Dorpstraat

  • Aureliushof

  • Porseleinstraat

  • Meerssenerweg

  • Sint Gerardusweg

  • Kruisstraat

  • Burgemeester Cortenstraat

  • Rijksweg

  • Philipsweg

  

Het aandeel letselslachtoffers op de fiets is ca. 26% en daarmee het hoogst onder alle vervoerswijzen (wanneer brom- en snorfiets niet wordt gebundeld). Dit aandeel is vergelijkbaar met Nijmegen (27,5%) en lager dan ‘s-Hertogenbosch (36%). Het aantal letselslachtoffers op de fiets is gemiddeld genomen gegroeid per jaar (zie grafiek).

Figuur 5: Aantal fietsslachtoffers in de gemeente Maastricht ten opzichte van de tijd in jaren (VIA, 2014-2019)

De fietsslachtoffers vallen voornamelijk binnen de bebouwde kom (94%), op 50 km/u wegen (58%). 63% van de ongevallen vindt plaats op kruispunten, 37% op wegvakken. De fietsslachtoffers zijn voornamelijk tussen de 50 en 69 jaar (40%).

Figuur 6: Locaties fietsongevallen in de gemeente Maastricht

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, gebaseerd op SEH-behandelingen, wat ook van toepassing is op de provincie Limburg:

Enkelvoudige fietsongevallen

Meervoudige fietsongevallen

Verdeling naar type fiets:

  • 65% op de gewone fiets

  • 74% op de elektrische fiets

  • 53% op de racefiets

Verdeling naar type fiets:

  • 33% op de gewone fiets

  • 23% op de elektrische fiets

  • 41% op de racefiets

62% door evenwichtsverlies

61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer

12% tijdens het fietsen

39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan.

17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer)

41% was tegenpartij fietser

10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen.

25% wiel raken van andere fietser.

25% sturen in elkaar haken

39% was de tegenpartij een rijdende auto.

7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets.

Relatief vaak fietsers in de leeftijd 13-34 jaar.

Figuur 7: Leeftijdsverdeling bij enkelvoudige vs. meervoudige fietsongevallen in Nederland

Doelgroepen:

  • De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).

  • Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.

  • Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.

  • Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.

  • Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.

  • Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.

  • Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.

  • Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.

  • Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.

Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.

Wat betreft lichtvoering van fietsers (I&W, 2018) is voor Maastricht bekend dat circa 71% van de fietsers hier voor- en achterlicht voert. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde. Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 84% van de 50-plussers.

E-bike

In de verschillende beschikbare informatiebronnen worden de gewone fiets en de e-bike vaak met elkaar verward. Dat maakt dat een deel van de fietsdata mogelijk van toepassing is op de e-bike en vice versa. Kijkend naar de e-bike dan blijkt dat de landelijke trend laat zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in de gemeente.

In de gemeente Maastricht valt 5% van het aantal letselslachtoffers op de e-bike. Dit is vergelijkbaar met Nijmegen (4,5%) en ’s-Hertogenbosch (4,7%). Mogelijk is dit aandeel dus hoger omdat het onderscheid tussen de fiets en de e-bike niet altijd goed gemaakt kan worden. Kijkend naar de ontwikkeling van het aantal slachtoffers in de laatste jaren dan ligt het aantal slachtoffers de laatste twee jaar (2019 en 2020, 16 slachtoffers) hoger ligt dan de 2 jaar daarvoor (2017 en 2018, 6 slachtoffers). Een groot deel van de slachtoffers (9 van de 23) op de e-bike betreft 50-59 jarigen, 6 van de 23 zijn 70+. Ouderen hebben dus een relatief hoog aandeel in de e-bike slachtoffers.