Risicothema 4: Fiets en e-bike
Fietsers en e-bikes zijn een risico in de gemeente Venray vanwege het grote aandeel in het verkeerssysteem én in aantal slachtoffers in combinatie met deels ook een beperkte inrichting van de fietsroutes.
Het inwonersaantal van de gemeente Venray is in de afgelopen jaren licht gegroeid, maar in 2035 wordt er een afname van 4,4% verwacht (CBS, 2019). Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat zou betekenen dat het aantal fietsers in de gemeente Venray afneemt. Dat komt ook overeen met het NMCA (2017) waarin wordt gesteld dat het aantal verplaatsingen per fiets in Limburg in de periode tot 2040 afneemt. De NMCA staat echter los van stimuleringen. De gemeente Venray heeft in haar beleid opgenomen de komende jaren te investeren in het stimuleren van de fiets mede door de aanpak en verbetering van fietsroutes, wat het aannemelijk maakt dat het aandeel fietsers in het verkeer relatief gelijk blijft.
Het is vanuit de Duurzaam Veilig principes wenselijk dat er een vrijliggend fietspad ligt langs 50 en 80 km/u wegen. Van de 59 in de vormtoets gescoorde 50 km/u wegen in de gemeente Venray beschikken er 27 over een vrijliggend fietspad. Daarnaast zijn er ook nog 28 wegen met deels vrijliggende fietspaden of fietssuggestiestroken. De wegen waar een vrijliggend fietspad ontbreekt zijn:
-
Spurkterweg
-
Macroweg
-
Smakterweg
-
Paul Burgmanstraat
-
Witte Vennenweg
Het aandeel letselslachtoffers op de fiets is ca. 27% en daarmee het hoogst onder alle vervoerswijzen. Dit aandeel is lager dan in Weert (40%) en Peel en Maas (36%). Het aantal letselslachtoffers op de fiets is gegroeid in de afgelopen 5 jaar (zie grafiek).
Figuur 6: Aantal fietsslachtoffers in de gemeente Venray ten opzichte van de tijd in jaren (VIA, 2016-2020)
De fietsslachtoffers vallen voornamelijk binnen de bebouwde kom (67%), op 50 km/u wegen (63%). 59% van de ongevallen vindt plaats op kruispunten, 41% op wegvakken. De fietsslachtoffers zijn voornamelijk 70+ (28%). Het relatief hoge aandeel oudere fietsslachtoffers (ook 60-69 jaar, 16%) is verder uitgewerkt in risicothema 5.
Figuur 7: Locaties fietsongevallen in de gemeente Venray
Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, wat ook van toepassing is op de provincie Limburg. Zo zijn van alle ongevallen met een gewone fiets 65% enkelvoudig en 33% meervoudig, op een elektrische fiets is dit 74% enkelvoudig en 23% meervoudig en op een racefiets is dit 53% enkelvoudig tegenover 41% meervoudig. Daarnaast zijn er nog de volgende statistieken bekend over enkelvoudige en meervoudige fietsongevallen.
Enkelvoudige fietsongevallen | Meervoudige fietsongevallen |
62% door evenwichtsverlies | 61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer |
12% tijdens het fietsen | 39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan. |
17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer) | 41% was tegenpartij fietser |
10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen. | 25% wiel raken van andere fietser. |
25% sturen in elkaar haken | |
39% was de tegenpartij een rijdende auto. | |
7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets. | |
Relatief vaak fietsers in de leeftijd 13-34 jaar. |
Figuur 8: Leeftijdsverdeling bij enkelvoudige vs. meervoudige fietsongevallen in Nederland
Doelgroepen:
-
De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).
-
Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.
-
Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.
-
Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.
-
Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.
-
Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.
-
Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.
-
Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.
-
Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.
Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.
Wat betreft lichtvoering van fietsers blijkt uit onderzoek (I&W, 2018) dat landelijk gemiddeld 66% van de fietsers voor- en achterlicht voert. In dit onderzoek is de gemeente Maastricht de enige Limburgse gemeente, en het aantal fietsers dat voor- en achterlicht voert is hier hoger (71%). Het is aannemelijk dat in de gemeente Venray het aandeel rond het landelijk/Maastrichts gemiddelde ligt. De fietsverlichtingsacties van Venray bevestigen dit beeld. Jaarlijks vinden er 4 tot 5 verlichtingsacties plaats in de gemeente, waarbij tijdens een actie gemiddeld genomen rond de 100 fietsers passeren. Van de 100 fietsers worden 35 fietsers “staande” gehouden ivm met onvoldoende verlichting. Dit komt neer op 65% wat voldoende is verlicht, vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde. In 2020 heeft bij de fietsverlichtingsacties ook extra inzet plaatsgevonden ter hoogte van arbeidsmigrantenhuisvesting. Tijdens deze inzet waren gemiddeld genomen 80 fietsers gepasseerd en zijn 20 fietsers aangesproken op onvoldoende verlichting (75% voldoende verlicht). Het landelijke onderzoek kijkt ook naar doelgroepen. Daaruit komt naar voren dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voldoende licht voert, tegenover 84% van de 50-plussers.
E-bike
In de verschillende beschikbare informatiebronnen worden de gewone fiets en de e-bike vaak met elkaar verward. Dat maakt dat een deel van de fietsdata mogelijk van toepassing is op de e-bike en vice versa. Kijkend naar de e-bike dan blijkt dat de landelijke trend laat zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in de gemeente.
In de gemeente Venray valt 5% van het aantal letselslachtoffers op de e-bike. Dit is hoger dan in Weert (2,3%) en lager dan in Peel en Maas (8,8%). Mogelijk is dit aandeel dus hoger omdat het onderscheid tussen de fiets en de e-bike niet altijd goed gemaakt kan worden. Kijkend naar de ontwikkeling van het aantal slachtoffers dan is dit in tegenstelling tot de fiets wel stabiel met ca. 2 per jaar. Van het totaal aantal slachtoffers (9) zijn er 4 in de leeftijdscategorie 70+ en 4 in de categorie tussen 50 en 59 jaar. De wat oudere leeftijdscategorie heeft dus een relatief hoog aandeel in de e-bike slachtoffers.