Risicothema 2: Fiets en e-bike

Fietsers en e-bikes zijn een risico in de gemeente Vaals vanwege het grote aandeel in aantallen én slachtoffers in combinatie met deels ook een beperkte inrichting van de fietsroutes.

Het inwonersaantal van de gemeente Vaals is in de afgelopen jaren licht gegroeid en ook in 2035 wordt er een groei van 8% verwacht (CBS, 2019). Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat zou betekenen dat het aantal fietsers in de gemeente Vaals toeneemt. Dat komt niet overeen met het NMCA (2017) waarin wordt gesteld dat het aantal verplaatsingen per fiets in Limburg in de periode tot 2040 afneemt. De NMCA staat bekijkt echter de provincie als geheel en staat los van stimuleringen. De gemeente Vaals heeft in haar programma opgenomen de komende jaren te investeren in het stimuleren van de fiets en de e-bike mede door de aanpak en verbetering van fietsroutes, wat het aannemelijk maakt dat het aandeel fietsers in het verkeer relatief gelijk blijft. Ook heeft de gemeente een grote aantrekkingskracht voor toeristische fietsers naar o.a. het Drielandenpunt wat het aandeel fietsers in het verkeerssysteem van de gemeente vergroot.

Het is vanuit de Duurzaam Veilig principes wenselijk dat er een vrijliggend fietspad ligt langs 50 en 80 km/u wegen. De gemeente Vaals beschikt slechts over 2 50 km/u wegen in eigen beheer (Hilleshagerweg en Nieuwe Hertogenweg) en beide beschikken niet over een vrijliggend fietspad. Tevens loopt de N278 dwars door Vaals (50 km/u). Deze weg is weliswaar in beheer van de provincie maar beschikt ook niet over een vrijliggend fietspad. Daarnaast maken veel toeristen met de fiets/e-bike gebruik van het buitengebied. Deze wegen (60 km/u) zijn niet volledig ingericht volgens de richtlijnen, wat het risico voor deze doelgroep vergroot.

Het aandeel letselslachtoffers op de fiets is ca. 40% en daarmee het hoogst onder alle vervoerswijzen. Dit aandeel is hoger dan in Meerssen en Valkenburg aan de Geul (beide 38%). De fietsslachtoffers (op gemeentelijke wegen) vallen voornamelijk, op 50 km/u wegen (50%). 58% van de ongevallen vindt plaats op wegvakken, 42% op kruispunten. De fietsslachtoffers zijn verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën, met de hoogste aantallen tussen de 40 en 49 jaar en 50 en 59 jaar (beide 3 en 25%).

Figuur 3: Locaties fietsongevallen in de gemeente Vaals

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, wat ook van toepassing is op de provincie Limburg. Zo zijn van alle ongevallen met een gewone fiets 65% enkelvoudig en 33% meervoudig, op een elektrische fiets is dit 74% enkelvoudig en 23% meervoudig en op een racefiets is dit 53% enkelvoudig tegenover 41% meervoudig. Daarnaast zijn er nog de volgende statistieken bekend over enkelvoudige en meervoudige fietsongevallen.

Enkelvoudige fietsongevallen

Meervoudige fietsongevallen

62% door evenwichtsverlies

61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer

12% tijdens het fietsen

39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan.

17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer)

41% was tegenpartij fietser

10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen.

25% wiel raken van andere fietser.

25% sturen in elkaar haken

39% was de tegenpartij een rijdende auto.

7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets.

Relatief vaak fietsers in de leeftijd 13-34 jaar.

Figuur 4: Leeftijdsverdeling bij enkelvoudige vs. meervoudige fietsongevallen in Nederland

Doelgroepen:

  • De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).

  • Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.

  • Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.

  • Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.

  • Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.

  • Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.

  • Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.

  • Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.

  • Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.

Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.

Wat betreft lichtvoering van fietsers blijkt uit onderzoek (I&W, 2018) dat in Maastricht dat circa 71% van de fietsers voor- en achterlicht voert. Dit is hoger dan het landelijk gemiddelde. De gemeente Vaals is niet opgenomen in dit onderzoek maar het is aannemelijk dat het percentage tussen het percentage van de gemeente Maastricht en het landelijk gemiddelde ligt (66%). Gekeken naar doelgroepen dan zien we dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voert licht, tegenover 84% van de 50-plussers.

E-bike

In de verschillende beschikbare informatiebronnen worden de gewone fiets en de e-bike vaak met elkaar verward. Dat maakt dat een deel van de fietsdata mogelijk van toepassing is op de e-bike en vice versa. Kijkend naar de e-bike dan blijkt dat de landelijke trend laat zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in de gemeente.

In de gemeente Vaals is 17% van het aantal letselslachtoffers gevallen in combinatie met de e-bike, dit zijn in de praktijk echter slechts 2 ongevallen. Dit aandeel is hoger dan Meerssen (6%) en Valkenburg aan de Geul (4%). Mogelijk is dit aandeel dus hoger omdat het onderscheid tussen de fiets en de e-bike niet altijd goed gemaakt kan worden. Beide e-bike slachtoffers vielen in de leeftijdscategorie 70+. De wat oudere leeftijdscategorie heeft hier dus wel een hoog aandeel in.