Risicothema 3: Fiets en e-bike

Fietsers en e-bikes zijn een risico in de gemeente Gennep vanwege het grote aandeel in het verkeerssysteem én in aantal slachtoffers in combinatie met deels ook een beperkte inrichting van de fietsroutes.

Het inwonersaantal van de gemeente Gennep is in de afgelopen stabiel gebleven, maar in 2035 wordt er een afname van 3,6% verwacht (CBS, 2019). Het kennisnetwerk SPV heeft als uitgangspunt dat elke inwoner een fietser is. Dat zou betekenen dat het aantal fietsers in de gemeente Gennep afneemt. Belangrijk hierbij is dat in de verschillende beschikbare informatiebronnen de gewone fiets en de e-bike vaak met elkaar worden verward. Dat maakt dat een deel van de fietsdata mogelijk van toepassing is op de e-bike en vice versa. Kijkend naar de e-bike dan blijkt dat de landelijke trend laat zien dat er een forse toename is van het bezit en gebruik van de e-bike (ANWB, 2020). De verwachting is dat deze trend zich doorzet in de komende jaren en daarmee een steeds groter onderdeel uit gaat maken van het fietssysteem in de gemeente.

Het is vanuit de Duurzaam Veilig principes wenselijk dat er een vrijliggend fietspad ligt langs 50 en 80 km/u wegen. Van de twintig in de vormtoets gescoorde 50 km/u wegen in de gemeente Gennep beschikken er vijf over een vrijliggend fietspad en twee over fiets(suggestie)strook. De 50 km/u wegen waar een vrijliggend fietspad ontbreekt zijn:

2e Dwarsweg

Achterbroek

De Groote Heeze

Hoogveld

Kleefseweg

Langeweg

Nijmeegseweg

Ottersumseweg

Ovenberg

Sprokkelveld

St.Janstraat

Weverstraat

Willem Boyeweg

Van de 33 gescoorde 80 km/u wegen beschikken er 21 niet over een vrijliggend fietspad. De 80 km/u wegen waar een vrijliggend fietspad ontbreekt zijn:

1e Zandkuilseweg

2e Zandkuilseweg

Ervesestraat

Geerhoeksweg

Heiland

Henakker

Hengselsboomweg

Hommersumseweg

Hoofdstraat

Kamperweg

Koeweidenstraat

Lankerseweg

Looierbroek

Looiseweg

Oordseweg

Paesplasweg

Schaapsweg

Sporenweg

Stuwweg

Veedijk

Genneperhuisweg

Het aandeel geregistreerde letselslachtoffers (bron: politie) op de fiets is ca. 28%. Op de e-bike is dit 0% maar het kan zijn dat bij de registratie het voertuig niet correct is genoteerd. Het aandeel fietsslachtoffers is hoger dan in Bergen (16%) en lager dan in Mook en Middelaar (39%). De fiets-/e-bikeslachtoffers vallen zowel binnen de bebouwde kom als buiten de bebouwde kom (beide 50%), op 50 en 60 km/u wegen (33%). 50% van de ongevallen vindt plaats op kruispunten, 50% op wegvakken. De fietsslachtoffers zijn verdeeld over alle leeftijdscategorieën. De fiets-/e-bikeongevallen zijn verspreid over de hele gemeente.

Het aandeel fietsongevallen is in werkelijkheid altijd hoger omdat veel van deze ongevallen, met name enkelvoudig, niet (goed) worden geregistreerd. VeiligheidNL geeft meer inzicht in de fietsongevallen in Nederland, wat ook van toepassing is op de provincie Limburg. Zo zijn van alle ongevallen met een gewone fiets 65% enkelvoudig en 33% meervoudig, op een elektrische fiets is dit 74% enkelvoudig en 23% meervoudig en op een racefiets is dit 53% enkelvoudig tegenover 41% meervoudig. Daarnaast zijn er nog de volgende statistieken bekend over enkelvoudige en meervoudige fietsongevallen.

Enkelvoudige fietsongevallen

Meervoudige fietsongevallen

62% door evenwichtsverlies

61% door aanrijding door andere verkeersdeelnemer

12% tijdens het fietsen

39% fietste zelf tegen een andere verkeersdeelnemer aan.

17% botsing met iets of iemand (geen verkeersdeelnemer)

41% was tegenpartij fietser

10% procent van de slachtoffers van een enkelvoudig ongeval verloor het evenwicht tijdens op- of afstappen.

25% wiel raken van andere fietser.

25% sturen in elkaar haken

39% was de tegenpartij een rijdende auto.

7% botsing met bromfiets/scooter/snorfiets.

Figuur 4: Leeftijdsverdeling bij enkelvoudige vs. meervoudige fietsongevallen in heel Nederland

Doelgroepen (in heel Nederland):

  • De groepen met de grootste aantallen ongevallen waren fietsers in de leeftijd 55-74 jaar en kinderen van 4-17 jaar (vooral jongens 4-12 jaar).

  • Het aantal fietsongevallen per gefietste kilometers stijgt bij vrouwen met het stijgen van de leeftijd vanaf 50 jaar. Bij mannen begint deze stijging vanaf de leeftijd van 70 jaar.

  • Meer dan de helft van de ongevallen gebeurde op een gewone fiets, één op de vijf op een elektrische fiets, en één op de tien op een racefiets.

  • Twee derde van de fietsongevallen was een enkelvoudig ongeval. Het aandeel enkelvoudige ongevallen is het hoogst bij elektrische fietsen.

  • Racefietsers hebben relatief vaak een meervoudig ongeval.

  • Jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 34 jaar hebben vaker een meervoudig ongeval.

  • Drie procent van de fietsers was tegen een paaltje gebotst.

  • Oudere fietsers hadden een grotere kans op een fietsongeval en dat verband met leeftijd was sterker voor enkelvoudige ongevallen dan voor meervoudige ongevallen.

  • Mensen die vaak fietsten hadden meer fietsongevallen door hun grotere blootstelling maar minder ongevallen per fietskilometer. Met name het aantal enkelvoudige fietsongevallen per fietskilometer was bij frequente fietsers lager.

Het aandeel enkelvoudige ongevallen is toegenomen in vergelijking met 2012, vooral door de toename van het aandeel ongevallen op elektrische fietsen, die relatief vaak enkelvoudig zijn.

Wat betreft lichtvoering van fietsers blijkt uit onderzoek (I&W, 2018) dat landelijk gemiddeld 66% van de fietsers voor- en achterlicht voert. In dit onderzoek is de gemeente Maastricht de enige Limburgse gemeente, en het aantal fietsers dat voor- en achterlicht voert is hier hoger (71%). Het is aannemelijk dat in de gemeente Gennep het aandeel rond het landelijk/Maastrichts gemiddelde ligt. Het landelijke onderzoek kijkt ook naar doelgroepen. Daaruit komt naar voren dat 54% van de jongeren tot 18 jaar voldoende licht voert, tegenover 84% van de 50-plussers.